Akoon en de Kerusuhan
10. Heeft Akoon ook geleden onder de Kerusahan van 1999?
Na het losbarsten van de onlusten in de Molukken, op 19 januari 1999, is het op Nusalaut rustig gebleven.
Dit was voornamelijk te danken aan het feit dat alle zeven dorpen op Nusalaut christelijk zijn.
Dit in tegenstelling tot de andere ‘gemengde’ eilanden waar heel snel conflicten tussen christelijke en islamitische bewoners/dorpen ontstonden, aangezet door de Laskar Jihad.
Wel werden er regelmatig verkenningsboten van de Laskar Jihad voor de kusten van Nusalaut waargenomen.
Een geplande aanval, waarvan sprake was tijdens de kerstdagen van 1999, is gelukkig achterwege gebleven.
Bij de oorspronkelijke bevolking van toen ongeveer 8000 zielen zijn tijdens de periode van onlusten nog eens zo’n 2000 vluchtelingen bijgekomen. Zij werden door de lokale bevolking opgevangen.
Er was toen schaarste aan drinkwater en voedsel en men kreeg geen steun van hulporganisaties.
Een ziekenhuis heeft Nusalaut niet, wel een lokale hulpkliniek maar daar hadden ze weer geen beschikking over medicamenten.
De situatie werd er dus niet beter op.
Onze families, en natuurlijk ook de overige eilandbewoners en vluchtelingen, hadden onze steun dus echt hard nodig.
Vanuit Nederland werden dan ook veel hulpacties uitgevoerd.
Voor een aantal eilanden en dorpen had de Kerusahan ingrijpende gevolgen.
Voor Nusalaut bleven die gevolgen uit, er kwamen geen zuiveringen, waarbij moslimdorpen en christendorpen ontstonden, zoals op andere plaatsen helaas wel het geval was.
Wie hierover meer wil lezen kan de rapporten van de vluchtelingenorganisatie er op naslaan de te vinden zijn op de website van het IDMC een wereldwijde organisatie voor vluchtelingen. Hier vindt je het IMDC- rapport van 2009 (INTERNAL DISPLACEMENT IN MALUKU AND NORTH MALUKU)