5.5 Kapata over de val van Mulaa.
Kapata over val Mulaa
Kapata over de val van Mulaa
De tweede kapata gaat over de val van Mulaa en de dageraad van het koloniale tijdperk.
Upu latu Leemese Una risa. Si-hiti rakapita, Maa haa. Tuni risa, Waise kala tema lau, Putu kasa rangerale, Inu lala seri wael Petua hitu, kinaa hitu. Tampano ria nasa puti, Turti risa, Waise kala tema lau. Ria si-atete Merio laui, Si-loho latu-ini malessi Latu Leemese Lau hena Punao, Wara luhu waowe hena, Jama Puano, 'Siokona! Waowe u-wa, Silawane Turu' bumi malaone. Jau-u malessi, I-loa iwa, Jane ai huwa jambalo, Jarambole ni-njawa. Siokana! waowe u-wa Usmahu, Tuni bumi malaone!' Wara luhu si-tabea, Luhu wairia, Lesiela amane malene, Manu tau sarakaka Salamate waowe nusa, Nusa-Halawane Rihu meten kaj nusa, Pono mena, lesi muri. Salamate lesi ela, Lajamata hiti Latu putia jea; Hurano hatiti, Lesi latu putia jea. Latu puti a-manu, Jau manu tula em. Latu puti a lena, Jau lena tula em, Ile aele duniai, Ni-kawasa hahori alam. | 'Radja Leemese verklaarde de oorlog En benoemde tot oorlogsleider Maahaa (“Vier ogen”). Hij kwam neer [van de bergen] om aan te vallen, als vloedgolven. raakten zij in gevecht met verhitte gemoederen en dronken bloed als water, zeven dagen [lang], zeven volle dagen. op het witte zand [op het strand], voerden zij oorlog, als vloedgolven. Om [het gevecht] te bekorten [werd] een sago blad [op het strand gelegd] dat de oorlogsleider van de koning velde. Radja Leemese keerde terug naar Buano, en melde het nieuws aan zijn dorp het dorp Buano 'Ach! Mijn zuster, Silawane Werd op jammerlijke wijze in de aarde begraven Mijn oorlogsleider hij moet in de wildernis rondzwerven, de vruchten van de bomen in het woud eten, om in leven te blijven. Ach! Mijn oudere broer Usmahu, werd op jammerlijke wijze in de aarde begraven Hij bracht zijn boodschap ook naar Luhu, [dat] zijn dorp Lesiela verlaten was, en dat er [zelfs] geen haan meer kraaide Gezegend is het eiland, het Gouden Eiland. De duisternis is opgeheven, het eiland is verlicht Voorspoed vooraan, en meer achteraan. Nog grotere zegeningen, de zon komt op, de witte radja; de maan komt op, de witte radja. De witte radja stuurt, ik vaar met hem, De witte radja [loopt langs] het strand, ik loop met hem. Hij heerst over de wereld. Zijn macht strekt zich uit over de hele Wereld |