1.1 Melanesië: eilandenrijk tussen Sundal-plat en Sahel-plat.
1.1 Melanesië: eilandenrijk tussen het Sundal-plat en het Sahel-plat.
Zuidoost-Azië beslaat een uitgestrekt gebied waarvan Indonesië, Maleisië, Singapore en Thailand de kern vormen.
De flora en fauna tonen in dit deel van de wereld behalve duidelijke verschillen grote overeenkomsten.
De mensen zijn, ondanks een verscheidenheid aan culturen in diverse opzichten met elkaar verbonden.
In de vroege middeleeuwen ging de Islam, naast het al aanwezige Hindoeïsme en Boeddhisme, de religieuze denkwereld van de meerderheid der bewoners beheersen.
De Islam is in Maleisië en de meeste provincies van Indonesië de belangrijkste godsdienst.
In Thailand is het Boeddhisme de voornaamste religie en op Bali het Hindoeïsme.
Singapore zou men een smeltkroes van godsdiensten kunnen noemen.
Het traditionele animistische gedachtengoed speelt in de genoemde landen eveneens een rol.
Het koninkrijk Thailand, de Maleise Federatie, de onafhankelijke Republiek Singapore en de Indonesische archipel vormen in de eerste plaats een geografische en geologische eenheid.
Het Aziatische continent, Sumatra, Borneo en Java waren vroeger verbonden door het Sundaplat.
Over deze landmassa verspreidde zich de oriëntaalse fauna.
Het omvangrijke schiereiland, dat bijna geheel was bedekt met oerwouden, werd slechts onderbroken door een keten van vulkanen.
De uitbundige planten- en bomenwereld vormden het leefmilieu voor honderden soorten zoogdieren, waaronder olifanten, neushoorns, tijgers, buffels, luipaarden, apen en herten.
Nieuw-Guinea en Australië zaten in die tijd aan elkaar vast op het Sahulplat.
De tussenliggende Kleine Sunda-eilanden, Sulawesi en een groot deel van de Molukken zijn een overgangszone tussen de oriëntaalse en de Australaziatische dierenwereld.
Toen de ijskappen smolten en het zeeniveau steeg, verdwenen de landbruggen.
De zeetrog, die tussen Bali en Lombok duizenden meters diep is, vormt de scheidslijn tussen de dierenwereld ten westen en de overgangszone ten oosten ervan.
De oostelijke scheidslijn tussen het overgangsgebied en Australië/Nieuw-Guinea loopt door de diepe Bandazee.
Bron: Parels van de Oriënt drs. W.Drechsel Uitgeverij Meppel 1993 ISBN 90-5117-717-X
In onderstaande afbeelding zien we het Sunda- en het Sahulplat, gescheiden door een zeer diepe zeegeul, het Wallacea, genoemd naar Wallace die dit tijdens zijn ontdekkingsreis door de Molukse archipel ontdekte.
Deze geul, vormt de natuurlijke grens tussen volkeren, planten en dieren van aan de Sunda-kant het latere Azië en aan de Sahul-kant het latere Australië/Papua/Melanesië
Afbeelding: De zeer diepe zeegeul, genaamd Wallacea, tussen het Sunda-plat en het Sahul-plat.