2.1 De mythe van Hainuwele.
De mythe van Hainuwele
Een scheppingsmythe uit Ceram (vertaald uit het Engels)
De mythe van Hainuwele begint op het moment dat Dunai (of Tuwale) de eerste negen families van Ceram uit een bananenboom had gemaakt, en het meisje Mulua Satene, dat uit een onrijpe banaan tevoorschijn kwam, die werd verondersteld de heerser over de negen families te zijn.
Later trokken de negen families naar beneden, de berg af, naar een plaats met de naam «Tamene siwa» (de plaats waar de zogenaamde Marodans wordt uitgevoerd)
De mythe van Hainuwele
De mensen van Ceram leven op de Molukse eilanden van Indonesië.
Het is een agrarische samenleving die afhankelijk is van succesvol oogsten, het kappen van de planten.
Daarbij past ook hun scheppingsmythe dat een voorbeeld is van schepping vanuit de aarde en van opoffering, doden, kappen of rooien en weer aanplanten.
De negen oorspronkelijke families kwamen uit trossen bananen en kwamen vervolgens van de berg Nunusaka, naar de plaats in West Ceram die nu Negen Dans Grond wordt genoemd.
Een man, Ameta, was veel donkerder dan de anderen en hij was heel erg een eenling.
Hij ging op een dag jagen en doodde een wild varken dat een kokosnoot had gevangen op zijn slagtand.
Niemand had ooit kokosnoten of kokospalmen gezien, dus nam Ameta hem mee naar huis en wikkelde hem in een doek met daarop een slangenfiguur, om hem te bewaren.
Die nacht kwam een man naar hem toe in zijn dromen en droeg hem op de noot te begraven.
Ameta deed dat de volgende morgens en binnen enkele dagen werd het een mooie, lange palm met kokosbloesems.
Ameta klom in de boom om wat fruit te oogsten, maar sneed zijn vinger.
Toen hij terugkeerde naar de boom nadat hij zijn snee had verbonden, ontdekte hij dat zijn bloed zich had vermengd met het sap van de boom om een gezicht te vormen, en binnen een paar dagen vond hij daar een klein meisje.
De droomman verscheen 's nachts aan Ameta en zei hem het meisje in zijn slangendoek te wikkelen en haar naar huis mee te nemen.
Dit deed Ameta en hij noemde het meisje Hainuwele.
In een paar dagen groeide Hainuwele op, en verbazingwekkend genoeg poepte ze dingen, zoals borden en bellen, die haar vader verkocht
Toen werd het tijd voor de negen families om de negen nachten van de Maro-dans op Negen Dans Grond uit te voeren.
Zoals gebruikelijk zaten de vrouwen van de families in het midden van het dansterrein en gaven ze betelnoot aan de mannen, die in een spiraal om hen heen dansten.
Hainuwele was in het centrum.
Op de eerste nacht deelde ze betelnoot uit, maar op de tweede gaf ze de dansers koraal, en op de derde nacht gaf ze fijn aardewerk.
In feite gaf ze elke avond steeds waardevoller voorwerpen weg.
De mensen werden jaloers op haar overduidelijke rijkdom en besloten haar te vermoorden.
Op de negende nacht, nadat ze een diep gat in het midden van de dansplaats hadden gegraven, omringden ze haar tijdens de dans en duwden haar in het gat en bedekten ze haar met aarde.
Ameta miste zijn dochter en, vermoedend dat er iets met haar was gebeurd, gebruikte hij zijn orakel vaardigheden om er zo achter te komen dat ze was vermoord tijdens de Maro-dans op Negen Dans Grond.
Hij nam negen stukjes palmblad, ging er mee naar Negen Dans Grond en stak ze daar in de aarde.
De negende plaatste hij precies in het midden van het terrein, en ja hoor, toen hij hem eruit trok, vond hij stukjes bloed en haar van zijn dochter.
Hij groef het lichaam op, sneed het in vele stukken en begroef alles in het dansterrein, behalve de armen.
Meteen groeiden er tot op de dag van vandaag de planten die de basis vormen voor het Ceram-volk.
Ameta bracht de armen van Hainuwele naar de godin Satene, die vervolgens naar het dansterrein ging, daar een enorme poort bouwde en toen achter de poort ging staan waarbij ze de armen van het meisje uitstak.
Ze riep de negen families en kondigde aan dat ze uit wraak voor hun moord op Hainuwele hen zou verlaten, maar dat iedereen eerst zou moeten proberen door de poort naar haar toe te gaan.
Degenen die daarin slaagden, zouden mensen blijven, degenen die dat niet deden, zouden dieren en geesten worden.
Zo kwam het dat er dieren en geesten ontstonden.
Satene reisde vervolgens naar de Berg van de Doden, waar iedereen die haar volgt moet sterven.
Het Ceram-volk vertelt ook nog over een ander heilig meisje.
Haar naam is Rabia en ze werd meegenomen door de zonnegod, Tuwale.
Zij was het die de traditie van het Doodsfeest instelde en die de maan werd.
Afbeelding: Boekomslag van "Een woordenboek van scheppingsmythen"
Afbeelding: Boekomslag van “A dictionary of creation myths”
Legende over de naam Nusa-Ina ofwel Ceram (In Bahasa Indonesia: Seram)
In vroegere tijden waren Ceram, Ambon, Saparua, Haruku en Nusalaut nog één stuk land.
De stammen die in dit land leefden, verdroegen elkaar niet en voerden steeds oorlog tegen elkaar.
De mensen van Ambon gingen weg en sneden een groot stuk land van Ceram af, bonden het met mensenhaar vast en brachten het eiland Ambon op de plaats waar het eiland nu ligt.
De mensen van Saparua, Haruku en Nusalaut deden dat ook en sindsdien bestaan de eilanden gescheiden van Ceram.
De mensen weten echter dat zij eens tot Ceram behoorden, daarom noemt men Ceram ook Nusa Ina, dat betekent Moeder Eiland.
Op al deze eilanden leven dan ook dezelfde families.