4.1 De legende van Batu Kapal - akoon.nl

Ga naar de inhoud

4.1 De legende van Batu Kapal

Legende van Batu Kapal

Komst van de Portugezen
In 1511 veroverden de Portugezen Malakka en drongen de Molukken binnen, waar zij ongeveer 68 jaar verbleven.
Zij monopoliseerden daar de zeer winstgevende specerijenhandel en brachten een gedeelte van de bevolking op de Molukken tot het katholicisme.
Nadat Portugal in 1580 was geannexeerd door Spanje, raakte het betrokken bij de Spaanse oorlogvoering tegen de Nederlandse republiek.
De Portugezen probeerden weliswaar hun zeeroute geheim te houden, maar de Nederlanders kwamen er toch achter.
De eerste Nederlandse expeditie naar de archipel ontsnapte aan een Portugese poging deze te onderscheppen.
Binnen enkele jaren gelukte het de Nederlanders om ongestraft de archipel binnen te varen.
In 1601 waren er al 15 vloten, samen 65 schepen, naar “Indië” gevaren.

De legende van Batu Anyo2 (drijvende steen) of Batu Kapal (versteend schip)

Toen de Portugezen voor het eerst bij Nusalaut aankwamen zochten ze naar een plek op de hoge rotsen waar ze eventueel hun vesting konden bouwen.
In de verte zagen de mensen een mooi schip. Niet lang daarna ging het schip voor anker.
Het schip legde aan bij de haven Pampang, in de volkstaal ook wel Hatunukunnyo genoemd.

Toen het laag tij werd bleef het schip aan de grond zitten en kon het met geen mogelijkheid de haven weer uit.
Alle lading van het schip werd van boord gehaald en ergens op het strand neergezet.
De plek waar de scheepslading werd neergezet wordt in het bahasa tanah ook wel Hatu Mee genoemd, nu wordt het Hau Mee genoemd.
Zelfs toen de lading van boord was gehaald kon het schip de haven nog niet uit.

Op een dag toen het stralend weer was ging de kapitein met zijn hond aan land om het mooie strand te bezichtigen.
De kapitein en zijn hond kwamen bij een heel mooi stukje strand terecht.
Een schoon stuk strand met wit zand van ongeveer een kilometer lang.
Dit stukje strand heet Potamoni.
Toen de Kapitein en zijn hond even later terug wilden naar het schip begon het te regenen.
De kapitein en zijn hond zochten in een grot bescherming tegen de regen.
Maar plotseling begon de grot waarin zij zich schuilhielden uit zichzelf te sluiten.
Zij konden met geen mogelijkheid ontsnappen. Uiteindelijk werden ze in steen veranderd.

Dit moet voor ons een teken zijn. Dit is iets wat aan de kinderen en kleinkinderen afkomstig uit Tounusa Hatalepu/ Akoön doorverteld moet worden.
De plek waarin de kapitein en zijn hond in steen zijn veranderd wordt in onze volkstaal Pupuru Walanta genoemd.
Dit betekent “de hond en de blanke”.
Dagen later toen de kapitein nog niet was teruggekeerd naar het schip, begonnen zijn mannen naar hem op zoek te gaan, maar niemand wist waar hij was. Hij was nergens te vinden.
Uiteindelijk hebben ze een herdenkingsgraf op de achtersteven gemaakt.

Het schip kon nog steeds de haven niet uit. Het was namelijk nog altijd laag water.
Enige tijd later kwam de patrouille van Nusalaut aan het strand om de situatie te controleren.
Daar troffen ze een mooi schip aan met witte mensen die er anders uitzagen dan zij.

Destijds beschikten onze voorouders, omdat ze toen nog in het duister leefden, over magische krachten.
Door middel van bepaalde spreuken konden ze dingen in steen doen veranderen.
In die tijd was alles nog duister en mysterieus, toen was de wereld nog vol met magie.

Het was Kapitan Berhitu die het schip in steen deed veranderen.
Ook heel de scheepslading op het strand werd in steen veranderd.
De bemanning van het schip werd in muurhagedissen veranderd.
Toen het schip in steen werd veranderd, kreeg de mooie haven Pampang een andere gedaante.
Het werd één grote rotswand.

Door deze gebeurtenis, waarbij het schip in steen werd veranderd, verklaarde Kapitan Berhitu aan alle nazaten van de familie Berhitu, die in den vreemde leefden, dat wanneer zij naar Akoön terug zouden gaan, zij tifa’s (trommels) zullen horen en een verschijning zullen aanschouwen van een schip dat zich naar voren en naar achteren beweegt.
Alle nazaten van Nusahulawano die dit verhaal kennen, zij die in den vreemde leven maar ook zij die in het vaderland wonen, dienen voor elkaar te zorgen, volgens de belofte van de Radja in Pusat Pulau, toen Mata Ampat zijn laatste adem uitblies.

Bron: Asalku

Afbeelding: Batu kapal bij Akoon


Hier een mooie lied van de Potamoni-boys over Nusalaut


Gemaakt door de Commissie Website van PAT
Gebouwd met WebsiteX5 Professional van Incomedia.
Terug naar de inhoud